Certificering als doel of als middel?

Ziet jouw organisatie certificering als een verplichting of als een meerwaarde? Volgens auditor Désirée Kamperman is het doel van certificeren altijd een continue verbetercyclus in een organisatie.

In alle ISO-normen gaan de eerste hoofdstukken over commitment van het management en bewustwording. Die bewustwording is heel breed en de implicaties kunnen heel divers zijn, zowel bij de zogenaamde blue-collars als de white-collars. Het onderwerp raakt alle stakeholders en de verwachtingen – én het managen van die verwachtingen - over en weer.” Kamperman is senior lead auditor en technical food coördinator bij DNV Business Assurance.

Brug

Een no-nonsense aanpak en een praktische benadering van de specifieke uitdagingen waar een organisatie in de praktijk mee te maken heeft. Dat typeert volgens Kamperman hoe DNV te werk gaat. 

“Wij zijn de brug tussen de opstellers van de normen en de bedrijven die volgens die normen moeten werken. Wij hanteren als het ware de liniaal, we kijken of de organisatie de norm juist interpreteert en heeft doorgevoerd in de bedrijfsvoering. Daarbij bewaken we wijzigingen in de wetgeving en zijn we ook de partij waar recalls en andere voedselveiligheidsincidenten gemeld moeten worden.”

Het blijkt in de praktijk best een lastig spanningsveld, vertelt ze als nuchtere Groninger. “Je merkt dat sommige bedrijven best zenuwachtig worden van een audit. Wij proberen ze daarom als eerste op hun gemak te stellen en de meerwaarde van certificering te benadrukken. Je hebt soft skills nodig om mensen mee te nemen in het proces en je moet goed aan kunnen voelen wat de klant beweegt. Dat is van klant tot klant verschillend. Bij de één zit er een consultant aan tafel, bij de ander is er een QA-manager in dienst. Het is een belangrijke meerwaarde dat al onze auditoren mensen uit de praktijk zijn, die weten wat er speelt en daardoor ook in staat zijn om mee te denken met de klant. En een consultant snapt het wellicht wel, maar snapt de klant het ook? Het is belangrijk om de meerwaarde van certificeren over te kunnen brengen.”

Het is geen wedstrijd 

“Food Safety Culture is niet zonder reden onderdeel van Europese wetgeving. De wet zegt ‘Gij zult’ en wij kijken of dat ook daadwerkelijk gebeurt. Als organisatie moet je ervoor zorgen dat je de juiste cultuur krijgt, wat zijn jouw normen en waarden in relatie tot voedselveiligheid. Het helpt als je de norm onderdeel maakt van het eigen verhaal, zodat de klant zelf ziet wat hij doet. Niet vertellen hoe het moet, maar samen kijken naar de praktijk. Het is geen wedstrijd, je wil dat je een aha-erlebnis krijgt. Dat helpt om commitment te krijgen zodat het management in de organisatie zichtbaar maakt wat de normen en waarden zijn en ook het beleid en de trainingen daarop inricht. We zeggen: Denk na over wat je wenselijk vindt in je organisatie, het management moet uitdragen: zo gaan we met elkaar om.”

“Ook bij veranderingen van de wetgeving gaat het om bewustwording. Wat betekent de nieuwe wet voor hun organisatie, niet op papier maar in de praktijk. We zoeken voor iedere specifieke klant de toegevoegde waarde van onze kennis. Een norm toetsen is niet zo ingewikkeld, maar juist die meerwaarde, daar draait het om.”

Behalve de instelling: ‘we doen het altijd al zo’, heb je ook te maken met een groot aantal personeelswisselingen, ziet Kamperman. “Het is iedere keer weer de uitdaging om medewerkers op het niveau van bewust bekwaam te krijgen. We adviseren klanten om te werken volgens de PDCA-methode. Plan Do Check Act. Vooral de check in deze cyclus moet je blijven herhalen om zeker te weten dat je op het goede spoor zit en te zien of je je dashboard goed hebt ingericht.”

Bron: EVMI 6 | oktober 2022