Top 5 bevindingen bij FSSC 22000 versie 5
DNV heeft in Nederland bijna 300 certificaten voor FSSC 22000 uitstaan. Dit betekent dat er, met periodieke, initiële en hercertificatie audits, heel veel geauditeerd wordt tegen deze norm.
Onze auditoren komen veel verschillende dingen tegen bij onze klanten. Heel veel zaken gaan goed, maar soms gaat er ook iets minder goed. Dan kan het zijn dat een auditor een Non-conformity – ook wel bevinding genoemd- uitschrijft. Deze classificeren we bij de FSSC-norm in 3 varianten: critical, major en minor. Critical betekent dat er ernstige zaken met betrekking tot de voedselveiligheid aan de orde zijn en het certificaat wordt direct geschorst. Major houdt in dat het ontbreken van een doeltreffende implementatie van een of meerdere systeemeisen van de norm, of een situatie waarbij niet of onvoldoende geborgd is dat het product of de dienstverlening zal voldoen aan de gestelde eisen. Critical en major moeten binnen een korte termijn worden opgelost.
Voor dit artikel hebben we gekeken naar de 5 meest voorkomende bevindingen die voorkwamen bij FSSC 22000 v5. Deze bevindingen zijn afgegeven in de Benelux tussen 1 januari 2020 en september 2021.
Top 5 bevindingen:
1. Clausule ISO 22000 4.2
De meeste bevindingen komen voor op het hoofdstuk ISO 22000 4.2. Dit hoofdstuk gaat over stakeholdermanagement. Dit bevat een stuk over de nieuwe eisen vanuit de HLS-structuur van de ISO 22000. Klanten en leveranciers zijn onderdeel van je stakeholders, maar hier vallen bijvoorbeeld ook de medewerkers onder. In dit hoofdstuk moeten deze goed inzichtelijk worden gemaakt.
De HLS-structuur is relatief nieuw in de norm, we denken dat er daarom meer bevindingen op worden geschreven omdat het voor sommige bedrijven nog lastig is hoe ze dit in moeten vullen.
2. Clausule ISO 22000 7.1.6
Dit hoofdstuk gaat over het beheersen van (externe) processen in diensten. De vorige versie van de FSSC-norm zei hier al wat over, maar nu staat het ook in de ISO omschreven. Dit hoofdstuk valt eigenlijk in het verlengde van de hiervoor besproken 4.2 en gaat over de service suppliers, zoals leveranciers van diensten zoals ongediertebestrijders en schoonmaakdiensten. Wat zijn de eisen die u stelt aan uw leveranciers? De eisen waar een leverancier aan moet voldoen is per leverancier anders, de eisen aan een ongediertebestrijder zijn anders dan de eisen aan de schoonmaker die de productieruimte reinigt. Welke verwachtingen zijn er en welke risico’s spelen een rol? Op basis daarvan moet bepaald worden wat de eisen zijn die aan de dienstenleverancier worden gesteld.
3. Clausule ISO/TS 22002-1 8.6 – basisvoorwaarden programma
Wat we vaak zien binnen 8.6 zijn een niet volledig of niet goed uitgewerkt preventief onderhoudsplan. Het preventieve onderhoudsplan is er om te voorkomen dat uw bedrijf risico’s gaat lopen. Bijvoorbeeld een machine die volgens het onderhoudsplan na 12 maanden onderhoud krijgt, maar vaak al na 10 maanden kuren begint te krijgen. Waarom is het onderhoud dan na 12 maanden en wordt dat niet na 9 maanden uitgevoerd om de uitval te voorkomen. Met een adequaat onderhoudsplan kunt u op tijd bijsturen.
We zien dat dit punt vaker voorkomt bij kleinere bedrijven, waar wel onderhoud wordt uitgevoerd maar nog verbetering in het preventieve stukje kan plaatsvinden.
4. Clausule ISO 22002 – 8.3
Traceerbaarheid is een wettelijke eis op het gebied van voedselveiligheid. Het hebben van een traceerbaarheidsprocedure is daarom ook verplicht en dient duidelijk te beschrijven hoe producten uit de markt teruggeroepen moeten worden wanneer er iets mis is.
Veel van de terugroepacties (recalls) in de voedselketen (ongeveer 80%) hebben te maken met de etikettering, fouten in de ingrediënten van het product. De uitdaging zit dan ook in het juist vermelden van de ingrediënten op het etiket. In 9 van de 10 gevallen zijn de procedures wel aanwezig, maar missen er details over hoe de traceerbaarheid zichtbaar is en kan worden uitgevoerd.
5. Clausule ISO/TS 22002-1 10.4
Een bevinding die we van deze top 5 gelukkig het minst uit hoeven schrijven, komt ongeveer half zo vaak voor als bevinding 1. Hoofstuk 10.4 gaat over Physical Contamination, oftewel fysieke verontreiniging. Enkele van de meest voorkomende voorbeelden van verontreinigingen zijn glas, metaal, rubber, hout, steen en plastic. Dit kan natuurlijk op meerdere manieren voorkomen, zoals via het menselijke aspect. Gelukkig zijn de medewerkers binnen de voedselproductie hier vaak goed op getraind en alert op. Maar bij verontreiniging hoef je niet alleen te denken aan het menselijke aspect. Kijk bijvoorbeeld ook naar plastic kappen bij machines, waar scheuren in kunnen ontstaan, of ramen in de buurt van de productie, zijn die beschermd met een folie, zodat wanneer het glas breekt het niet in de productielijn valt? Aan deze kant wordt minder nagedacht, of dit wordt simpelweg niet gezien. Deze clausule linkt dan ook aan het preventieve onderhoudsprogramma. Wanneer het onderhoudsprogramma goed wordt bijgehouden, is de kans op physical contamination ook kleiner.
Samentvattend
Bevinding 1 en 2 komen even vaak voor. Beide bevindingen hebben te maken met stakeholdermanagement en de betrokkenheid van het management. Het is belangrijk om duidelijk te hebben wat stakeholdermanagement inhoudt, wat het behelst en hoe je het kan beheersen. Hoe kan je de sterktes en zwaktes van je leveranciers bepalen ten opzichte van de waarde van het bedrijf? Het is belangrijk om per leverancier goed de kansen en risico’s in kaart te brengen. Het management moet hier een actieplan op maken.
Daarnaast zien we dat de interpretatie van de norm bij sommige bedrijven nog een uitdaging is. Het is daarom erg belangrijk om te weten wat de implicaties van de specifieke eis zijn, dit is soms lastig te doorgronden wanneer je bijvoorbeeld net start met een norm of er een wijziging plaatsvindt.
DNV kan hierbij helpen.
Meer informatie
Vanuit de afdeling Training biedt DNV de Normkennis FSSC/ISO 22000 aan. Deze normkennis training gaat in op de inhoud en interpretatie van de norm en volgt altijd de laatste versie.
Wilt u meer weten over de training of trainingsdata? Kijk op www.dnv.nl/trainingen voor meer informatie over de trainingen.
Daarnaast bieden we ook workshops en trainingen aan op het gebied van stakeholdermanagement. Deze trainingen worden in-company aangeboden. Dit houdt in dat de inhoud specifiek voor uw bedrijf wordt gemaakt waardoor de workshop u directe handvaten geeft om in kaart te brengen wat u verwacht van uw stakeholders. Neem contact op via rotterdamtraining@dnv.com of 010 29 22706 als u hier meer over wilt weten.
Wilt u starten met certificering?
Download gratis onze whitepaper 'In 10 stappen naar certificering'.
Wilt u meer weten over de verschillende food-normen? Download dan de 'Verschillenmatrix FSSC 22000, BRC en IFS'.
Direct een vrijblijvende offerte aanvragen?
Dat kan via deze link.